Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als zij gedoopt was, en haar [37]huis, bad [zij ons], zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik [38]den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en [39]blijft er. En zij [40]dwong ons. 37. Dat is, ganse huisgezin. 38. Of, aan den Heere; namelijk Christus gelovig ben. 39. Dat is, logeer er, zolang gij hier zult zijn. 40. Namelijk met vriendelijk bidden en aanhouden.